'Het wordt tijd voor een andere benadering van het woonvraagstuk'

In 2021 zijn er voor het eerst in de geschiedenis in Nederland meer vijftigplussers dan 18- tot 50-jarigen. En het is niet de enige ingrijpende verandering. Zo telt Nederland ook steeds meer alleenstaanden. Volgens het CBS zal hun aandeel in 2060 oplopen tot 43 procent. “Het vraagt om een andere benadering van het woonvraagstuk”, zegt Jan Latten, hoogleraar sociale demografie aan de UvA en hoofddemograaf van het CBS. Welke misverstanden liggen dan ten grondslag aan de huidige benadering?

Alleen immigratie bepaalt het woningvraagstuk?

'Immigratie is komende jaren een belangrijke factor die de ontwikkeling in Nederland fundamenteel zal bepalen. Maar dat is niet het enige. Binnenlandse verhuizingen, vergrijzing en individualisering doen ook een duit in het zakje. Volgens de prognoses van CBS en PBL komen er de komende jaren honderdduizenden huishoudens bij, vooral omdat het aantal oudere alleenstaanden blijft groeien. De extra vraag naar woningen zal voornamelijk uit die groep voortkomen.'

Ouderen blijven allemaal wonen waar ze wonen?

'Ouderen blijven graag wonen waar ze wonen, tot het echt niet meer kan. Maar naarmate hun aantal groeit, zul je ook vaker zien dat het echt niet meer kan. Ouderen kunnen hun huis – dat voor hen vaak aan de ruime kant is – soms niet meer goed onderhouden. Of ze vinden hun woning niet meer geschikt. Stel, ze gaan dan op zoek naar een andere woonvorm: kleiner, of samen met gelijkgestemden. En het zou gaan om  bijvoorbeeld vijf procent van de vier miljoen 65-plussers in 2027 die naar zo’n woning wil verhuizen, dan betekent dat een extra vraag naar tweehonderdduizend van dergelijke woningen. Dat zijn grote getallen.'

Ouderen zijn allemaal gelijk?

'Het wordt tijd voor een andere benadering van het woonvraagstuk. Er is behoefte aan meer diversiteit in het woningaanbod en meer verschillende woonmilieus. Het groeiend aantal ouderen plaatst ons voor compleet andere uitdagingen. Temeer omdat het ook andere ouderen zijn dan vroeger. CBS-onderzoek laat zien dat huidige 50-plussers relatief vaak gescheiden zijn. Er zijn nu 1,3 miljoen gescheiden inwoners in Nederland, en dat aantal groeit elk jaar. Gescheiden vijftigers, om die groep te nemen, blijven vaak alleen wonen, anders dan de gescheiden twintigers, die na een relatiebreuk opnieuw beginnen.'

Elke 50-plusser wil graag een eengezinswoning?

'Een gescheiden 50-plusser krijgt geen kinderen meer en zoekt daarom soms geen eengezinswoning meer, maar iets anders. Een gezonde, vitale vijftiger heeft soms nog wel dertig a veertig jaar te gaan! Best zinvol om voor zo’n lange levensfase op zoek te gaan naar een ander soort woning. Iets betaalbaars, en iets waar hij of zij toch een vorm van verbondenheid kan ervaren. Soms met de kinderen, soms niet. Soms alleen, maar soms ook in een collectieve woonvorm, met een gemeenschappelijke tuin. Je ziet allerlei initiatieven voorbijkomen, van moderne nieuwbouwhofjes tot leegstaande dorpsscholen die worden omgebouwd tot collectieve woonvormen. En zo zijn er meer voorbeelden. Het belangrijkste is: er groeit een andere woningvraag door deze demografische ontwikkeling. Solisten gaan elkaar opzoeken, bij gebrek aan de grote families van vroeger.'

Vergrijzing is vooral een verschijnsel van het platteland?

'Mensen trekken naar de stad. Vooral de jongeren. De bevolking op het platteland krimpt, de grote steden groeien fors. Relatief blijven de steden jong, dankzij de instroom van die jongeren, maar de veertigers en vijftigers die nu in de stad wonen, gaan daar niet meer weg. De vergrijzing is in de periferie sterker, maar in absolute aantallen moet je de Randstad niet onderschatten.'

Het jonge gezin is allesbepalend?

'Het jonge gezin is niet meer allesbepalend, zoals in de jaren zeventig en tachtig, toen grote aantallen dertigers en veertigers in nieuwe huizen buiten de stad gingen wonen, met hun eerste Opel voor de deur. In de toekomst gaat het om diversiteit. Er is behoefte aan allerlei typen woningen: klein en groot, goedkoop en duur, individueel en collectief, met en zonder zorg. Voor jong en oud. Het zal ook steeds meer gaan om arrangementen. Sommige woningcorporaties zijn daar al mee bezig. In de particuliere markt zie je het ook. Nog een voorbeeld: alleenstaande jonge ouders. Voor die groep hoeft een eengezinswoning niet per definitie de beste oplossing te zijn. Uit CBS-onderzoek blijkt dat nieuwe generaties lager opgeleiden op hun dertigste vaker zijn gescheiden dan vroeger. Jonge alleenstaande moeders en vaders zoeken niet per definitie een eengezinswoning, maar iets anders. Een goed voorbeeld vind ik de vaderhuizen op IJburg, waar co-ouderende vaders kunnen wonen in de buurt van hun kinderen. Dat speelt in op een belangrijke maatschappelijke ontwikkeling.'

Op de hoogte blijven van ons werk?